Ik woon in Bagdad, ooit bekend als de “Stad van Vrede.” De naam echoot nog steeds door de geschiedenis, hoewel de straten nu de sporen dragen van oorlog, verdeeldheid en pijn. Als ik door de drukke buurten loop, zie ik overblijfselen van wat Bagdad ooit was – een bloeiend centrum van kennis, cultuur en geloof. Mijn hart verlangt ernaar dat de vrede hersteld wordt, niet door politiek of macht, maar door de Vredevorst., Jezus.

Hier in het hart van Irak bestaat de Kerk nog steeds. Tussen de ruïnes en de herbouw blijven zo'n 250.000 van ons bidden, dienen en hopen. We komen uit eeuwenoude christelijke tradities, maar delen één geloof: vasthouden aan Christus op een plek waar angst en onzekerheid nog steeds heersen. Onze stad groeit, maar haar ziel hunkert naar genezing. Elke dag ontmoet ik mensen die verlangen naar stabiliteit, naar vergeving, naar iets blijvends.

Ik geloof dat dit onze tijd is – een venster van genade voor Gods volk in Bagdad. Hij roept ons op om op te staan als Zijn handen en voeten, om de armen te dienen, de gebrokenen te troosten en vrede te spreken waar ooit woede heerste. Elk gebed dat we opzenden, elke vriendelijke daad, voelt als een zaadje geplant in droge grond. Ik geloof dat de Geest van God die zaadjes zal bewateren, en dat Bagdad – de "Stad van Vrede" – op een dag haar naam weer eer aan zal doen, hersteld door de liefde en kracht van Jezus.

• Bid voor de mensen van Bagdad om Jezus, de Vredevorst, te ontmoeten te midden van onzekerheid en onrust. (Jesaja 9:6)

• Bid voor kracht, eenheid en moedig geloof onder de 250.000 volgelingen van Jezus die nog steeds in Irak dienen. (Filippenzen 1:27)

• Bid voor de Kerk in Bagdad om een baken van mededogen en verzoening te worden, ondanks religieuze en etnische verschillen. (Mattheüs 5:9)

• Bid voor harten die vermoeid zijn door conflicten, moeten genezen en gevuld worden met hoop door de transformerende liefde van Christus. (2 Korintiërs 5:17)

• Bid voor Bagdad zal zijn naam weer eer aandoen: een ware vredesstad, verlost en vernieuwd door de hand van God. (Habakuk 2:14)