Ik woon in Sana'a, een stad van eeuwenoude schoonheid, nu getekend door oorlog. Eeuwenlang was deze plek het hart van Jemen – een centrum van geloof, handel en leven zelf. Ons volk vindt zijn oorsprong in Sem, de zoon van Noach, en we dragen de trots van een lange en rijke geschiedenis met ons mee. Maar vandaag de dag voelt die geschiedenis zwaar. De geluiden van gebedsoproepen worden vaak overstemd door het gezoem van drones en het gehuil van families die worstelen om te overleven.

Jemen heeft al meer dan zes jaar een brute burgeroorlog te verduren. Meer dan vier miljoen mensen zijn hun huizen ontvlucht en talloze anderen leven dagelijks in honger en angst. Meer dan twintig miljoen van ons zijn nu afhankelijk van hulp om te overleven. Toch heb ik zelfs te midden van dit lijden glimpen van genade gezien – kleine daden van vriendelijkheid, buren die hun weinige bezittingen delen, en gefluisterde gebeden die als wierook door de ruïnes opstijgen.

De kerk hier is klein en verborgen, maar springlevend. Wij geloven dat God Jemen niet vergeten is. Hoewel het land droog en gebroken is, voel ik dat Hij een vloed voorbereidt – niet van vernietiging, maar van genade. Ik geloof dat dit land op een dag gereinigd zal worden door de genade van Jezus, en dat dezelfde God die ooit Noach redde, ons opnieuw zal redden.

• Bid voor dat er vrede zou komen in Jemen — dat het geweld zou ophouden en de Vredevorst deze gewonde natie zou genezen. (Jesaja 9:6)

• Bid voor mensen die honger lijden, ontheemd zijn of verlies lijden, zodat ze Gods voorziening en troost kunnen ervaren. (Psalmen 34:18)

• Bid voor de verborgen Kerk in Jemen, die gesterkt moet worden door moed, hoop en eenheid te midden van groot gevaar. (Romeinen 12:12)

• Bid voor een geestelijke vloedgolf van Gods genade die over Sana'a stroomt en genezing en redding brengt aan velen. (Habakuk 3:2)

• Bid voor Jemen zal uit de as van de oorlog herrijzen als een getuigenis van verlossing: een natie vernieuwd door het bloed van Jezus. (Jesaja 61:3)